Sunday

22 dierenwelzijnsorganisaties voeren campagne voor betere dierenwet (29 augustus 2009)

Dieren worden in grote aantallen door mensen gebruikt. Bovendien worden leefgebieden van dieren afgenomen en vervuild voor en door menselijke activiteiten. Om dieren bescherming te kunnen bieden is krachtige wetgeving vereist.

Minister Verburg wil echter met haar nieuwe wet, de Wet Dieren, juist ‘de afzet van dierlijke producten’ bevorderen. Dus nóg meer dieren produceren, nóg meer dierenleed, nóg meer nadelige effecten voor natuur, klimaat en volksgezondheid.

De gezamenlijke Nederlandse dierenbeschermingsorganisaties vinden de plannen van minister Verburg onacceptabel. U ook?

Lees meer over de dierenwet en teken de petitie op http://www.dierenwet.nl/.

http://www.wakkerdier.nl/persbericht/488/22_dierenwelzijnsorganisaties_voeren_campagne_voor_betere_dierenwet/

Friday

Liegebeest-verkiezing











Wakker Dier organiseert de Liegebeest-verkiezing: welk product of welke verpakking is het meest misleidend? Op de speciale webpagina kun je uit twaalf producten je eigen Liegebeest-Top 3 samenstellen. De winnaar krijgt van Wakker Dier de Liegebeest-trofee uitgereikt.

Waarom deze verkiezing?
In veel reclames en op veel verpakkingen zie je vrolijke dieren buiten in de wei huppelen. Maar meestal is daar in werkelijkheid geen sprake van. De producten komen ‘gewoon’ uit de vee-industrie. Wakker Dier vindt dit liegen en wil laten zien hoe het écht zit. Kijk gauw op de site voor de leugenachtigste producten en breng je stem uit!

Naar de Liegebeest-verkiezing

Monday

Nertsvokkerij in noord Brabant



Korte levens vol pijn

Het meest gefokte pelsdier is de nerts, gevolgd door de vos. Chinchilla's, lynxen, en zelfs hamsters worden ook gekweekt voor hun pels. Vierenzestig procent van de bontfokkerijen zijn gevestigd in Noord-Europa, 11 percent in Noord-Amerika, en de rest is over de hele wereld verspreid, in landen zoals Argentinië en Rusland. Nertsenfokkers kweken gewoonlijk één keer per jaar met de vrouwelijke dieren.
Na de eerste stevige vrieskou overleven drie of vier jongen per nest die worden gedood als ze ongeveer een half jaar oud zijn, afhankelijk van het land waarin ze leven. De nertsen die voor het fokken worden gebruikt, worden vier tot vijf jaar in leven gehouden. De dieren - gehuisvest in onwaarschijnlijk kleine kooien - leven in constante angst, spanning, ziekte, parasieten en andere fysieke en psychologische ontberingen en dat alles omwille van de bontindustrie die jaarlijks miljarden euro’s winst maakt.

Miljoenen konijnen worden geslacht voor hun vlees, in het bijzonder in China, Italië, en Spanje. Konijnenbont wordt onterecht beschouwd als een zuiver bijproduct van de vleesconsumptie, de konijnenbontindustrie vereist echter de dichtere vacht van oudere dieren (vleeskonijnen worden gedood op de leeftijd van 10 tot 12 weken). De Verenigde Naties rapporteren dat "weinig huiden tegenwoordig uit slachthuizen komen " en landen zoals Frankrijk doden wel 70 miljoen konijnen per jaar voor hun pels, die gebruikt wordt voor kleding, voor de productie van lokaas voor de sportvisserij en voor versiering van allerhande prullaria.


Het leven op de ‘boerderij’

Om de kosten te drukken, proppen de bontfokkers de dieren in kleine kooien, waarin ze zich amper kunnen bewegen. Overbevolking en gevangenschap veroorzaken stress bij de nertsen, solitaire dieren die in het wild in een territorium van ongeveer 1000 hectaren moerasland leven. De angst die het leven in een kooi meebrengt, leidt tot zelfverminking: de nertsen bijten dwangmatig in hun huid, aan staarten en poten en draaien eindeloos rondjes. Biologen van de Universiteit van Oxford die nertsen in gevangenschap bestudeerden, concludeerden dat ondanks vele generaties gefokte pelsdieren, nertsen zich niet aangepast hebben aan een leven in gevangenschap en zeker niet wanneer ze niet de kans krijgen om te zwemmen. Vossen, wasberen en andere dieren lijden eveneens en gaan vaak over tot kannibalisme als reactie op overbevolking en gevangenschap.

De dieren op de bontfokkerijen worden gevoerd met vleesbijproducten die ongeschikt worden bevonden voor menselijke consumptie. Drinkwater wordt verstrekt door zuigsystemen die in de winter vaak bevriezen of niet werken door menselijke fouten.


Ziekten en parasieten

Dieren in pelsfokkerijen zijn meer vatbaar voor ziekten dan hun in vrijheid levende soortgenoten. Besmettelijke ziekten zoals longontsteking worden snel overgedragen van kooi tot kooi, net zoals vlooien, teken, luizen en mijten. En ziekteoverdragende vliegen tieren welig in het rottend afval dat zich vaak maandenlang onder de kooien ophoopt. Videobeelden en foto's die door undercover onderzoekers worden gemaakt, tonen ernstig zieke en gewonde dieren die niet verzorgd worden, aan hun lot worden overgelaten en langzaam sterven.


Onnatuurlijke omgeving

De kooien van de bontfokkerijen staan vaak in open loodsen die weinig of geen bescherming bieden tegen wind of slecht weer. Hun vacht alleen is niet genoeg om hen in de winter tegen de koude te beschermen en in de zomer hebben de nertsen het veel te warm omdat ze niet over water beschikken waarin ze kunnen afkoelen. Als de nertsen zichzelf aanleren om te ‘douchen’ door tegen hun drinkwaterknoppen te duwen, zal de pelsdierfokker het systeem veranderen om zelfs deze povere verlichting weg te nemen.


Vergif en pijn

Ontoereikende wetten ‘beschermen’ de dieren in bontfokkerijen en de slachtmethodes zijn gruwelijk. Omdat voor bontfokkers enkel en alleen de kwaliteit van het bont telt, gebruiken zij slachtmethodes die de vacht intact houden maar die extreem veel lijden voor de dieren veroorzaken.

Kleine dieren worden in dozen gepropt en vergiftigd met de hete, ongefilterde dampen uit de motoruitlaat van een vrachtwagen. Deze uitlaatgassen zijn niet altijd dodelijk en sommige dieren ontwaken terwijl ze worden gevild. Grotere dieren krijgen een klem of staaf in hun bek en een in hun anus en worden zo langzaam geëlektrocuteerd.
Andere dieren worden vergiftigd met strychnine. Ze stikken omdat hun spieren verkrampt raken. Vergassen, decompressiekamers en het breken van de nek zijn andere vaak toegepaste slachtmethodes.

De bontindustrie weigert zelfs flagrant wrede moordmethodes te veroordelen. Genitale elektrocutie wordt door het Euthanasie-panel (1993) van de Amerikaanse Veterinaire Medische Vereniging (AVMA) als onaanvaardbaar beschouwd. De dieren lijden de immense pijn die veroorzaakt wordt door een hartstilstand en dit terwijl ze volledig bij bewustzijn zijn. In 1994 was Indiana de eerste Amerikaanse staat die een bontfokker voor de rechtbank daagde wegens genitale elektrocutie van chinchilla’s. Beelden van PETA medewerkers lagen aan de basis van dit arrest.
De chinchilla bontindustrie vindt dat elektrocutie en het breken van de nek acceptabele methoden zijn.

In 1995 diende een districtsprocureur klacht in tegen huidenleverancier Frank Parsons in Salisbury, Md., voor het inspuiten van een mengsel van alcohol en onkruidverdelger in de borst van nertsen. PETA’s undercover onderzoekers hebben het gebruik van het illegale pesticide, Blackleaf 40, door Parsons op videobeelden vastgelegd. De nertsen stierven een erg pijnlijke en langzame dood.

http://www.bontvrij.be/factsarticle.php?factsid=535

Milking the cow

Wilma




















Life doesn't get better than this




Our daily bread




They even get to listen to the radio




Home




















Automatic milking machine




Milking machine




















Milking the cow




Brush




Luxuries in hell




Too much...




...milk




Lonely




Waiting




Hunger




Can't wait to drink




Still lonely




Poor cow




















Lies




















Vlees- en melkkoeien
Vlees- en melkkoeien lijken het op het eerste zicht beter te hebben. Maar schijn bedriegt. Melkkoeien worden jaarlijks opzettelijk zwanger gemaakt (vaak door kunstmatige inseminatie, daar komt tegenwoordig bijna geen stier meer aan te pas, er zijn zelfs gespecialiseerde bedrijven die zich alleen maar bezig houden met het aftappen van sperma bij stieren!) om hun melkproductie op een rendabel niveau te houden. Daarin verschilt de koe absoluut niet van andere zoogdieren die alleen melk produceren als er een baby/zwangerschap is. Direct na de geboorte van haar kalf wordt het kalf (in de gangbare melksector) direct gescheiden van de moeder. Een wrede praktijk. En vaak uiten de moederkoeien en kalveren dit door klaaglijk naar elkaar te loeien. De melk, die bedoeld is voor haar eigen kind (een zoogdier zoals een koe geeft immers alleen maar melk indien er een kind/zwangerschap is) krijgt als bestemming de supermarkt. De biest (dit is de eerste moedermelk met erg noodzakelijke bestanddelen zoals antistoffen) krijgt het kalfje vaak wel. Kalveren zijn bijproducten van de melkindustrie en dus direct te linken aan de vleesindustrie. De kalveren die je wel eens ziet lopen op het platteland met hun moeders zijn veelal de zgn. dikbilkoeien. Maar daar draait het om het vlees en niet om de melk. Dikbilkoeien kunnen in de regel door hun onnatuurlijke bouw niet meer op een natuurlijke manier bevallen, enkel nog met een keizersnede.

Het gruwelijk lot van de kalfjes
De mannelijke dieren (de stiertjes) worden vaak verkocht en op transport gezet naar binnen- en buitenland om vetgemest te worden in zgn. kalverkisten. De stiertjes hebben weinig economische waarde: een stierkalfje brengt tegenwoordig weinig meer op. Kalveren van nog maar een paar dagen oud worden opgekocht, gaan na 2 weken naar veemarkten en worden over grote afstanden internationaal vervoerd. De kalfjes zullen in 6 maanden tijd vetgemest worden (krijgen regelmatig bloedarmoede omdat ze geen ruwvoer zoals hooi of stro krijgen maar alleen maar poedermelk) om vervolgens afgevoerd te worden naar het slachthuis. Dat zal de eerste en de laatste keer zijn dat het kalf even zijn poten mocht strekken. De vrouwelijke kalfjes mogen hun moeder opvolgen: hiermee begint de vicieuze cirkel weer van voor af aan, ook hun kalfjes zullen worden verkocht aan vetmestbedrijven of geslacht. In België mogen er vanaf 31 december 2006 geen kalveren meer in kisten worden gezet. Maar schijn bedriegt: de eerste 8 weken mogen ze (wettelijk gezien) wel nog in een kist gezet worden omdat de zuigreflex (is normaal voor een babyzoogdier) nog te sterk is en men bang is dat de kalfjes aan elkaar gaan sabbelen, wat slecht zou zijn voor de hygiëne en ziekteoverdracht zou bevorderen. Sommige kalveren krijgen nu ruwvoer zoals stro of hooi en soms wordt hun ijzertekort (consumenten eten graag ‘wit’ kalfsvlees) aangepakt door hen ijzerinjecties te geven. Blijft dat ze worden weggenomen van hun moeders, amper hun poten kunnen strekken in de groepshuisvesting of kalvereniglo (buitenhok voor kalveren, bestaande uit een wit plastic overdekt hokje met een kleine uitloop afgesloten door een metalen hekwerk) en in hun korte 6 maanden oude leventje geen weide zullen zien en vroegtijdig worden afgevoerd naar het slachthuis.

Wil je niet meewerken aan deze ellende, dan is er een alternatief: geen zuivelproducten meer kopen maar wel plantaardige melkproducten (bijv. sojamelk, sojakaas, plantaardige boter etc.) die verkrijgbaar zijn in supermarkten en natuurvoedingszaken.

Melkkoeien worden tegenwoordig gemiddeld maar 4-5 jaar oud (lees: dan worden ze afgevoerd naar het slachthuis, omdat de melkopbrengst minder winstgevend wordt) terwijl koeien wel tussen de 15 en 20 jaar kunnen worden! Ook in de biologische melksector worden de meeste kalveren bij hun moeder weggenomen en in een groepshuisvesting geplaatst en komen in het reguliere transport/handelscircuit terecht (dus ook in de bio-industrie): het melkveebedrijf is immers een economisch bedrijf en kan het zich economisch niet veroorloven om de kalveren bij de moederdieren te houden. Er zullen uitzonderingen zijn voor vleeskoeien en ook zullen er bedrijven zijn die het toelaten dat koeien hun kalveren mogen zogen, maar dat komt helaas niet vaak voor.

De zogenaamde melk‘gift’ eist ook van melkkoeien haar tol: steeds meer koeien krijgen last van uierontsteking, slijterziekte, pijnlijke hoeven etc. Ook staan steeds meer koeien (langer) op stal in plaats van in de wei wat genoemde aandoeningen alleen maar doet verergeren. Antibiotica en hormonen vinden gretig aftrek in de veehouderij en is wettelijk toegelaten in sommige landen. Geiten worden ook steeds vaker bio-industrieël gehouden voor hun melk en vlees. De jonge, pasgeboren bokken (mannelijke geiten) eindigen jong in slachthuizen of bij rituele slacht. Ook is er een nieuwe tak binnen de melkveehouderij: paarden die gehouden worden voor de paardenmelk. Jonge veulens (vaak de hengsten) gaan de internationale dierenhandel in en ook zij worden jong geslacht. Ook in België worden er veulens en paarden geslacht.


http://www.biteback.be/action/class_action.php?act=2